Fraaie overwinning 1e viertal TRIO

Snelle overwinning van het Eerste Viertal op S.V. Houten: 4-0

Op maandagavond 2 december speelde het 1e Viertal van schaakclub TRIO voor de externe competitie tegen het 2e Viertal van de schaakvereniging uit Houten. Het was de tweede ronde van de competitie en wij hadden ons voorgenomen om onze goede start (winst in Doorn) ook een goed vervolg te geven.

Ons team bestaat uit Sebastiaan van Asselen (1e bord) Floris Bongaerts (2e bord) Hans Muller, hij vervangt Theo van der Poll op 3e bord en Ben de Ree (4e bord).
Toen aan het begin van deze gedenkwaardige clubavond een groepje ons onbekende personen de speelzaal binnen kwam, stapte ik als onze teamleider zoals gebruikelijk op ze af met de vraag van welke vereniging zij waren en of zij tegen ons kwamen spelen. Ze waren enigszins verbaasd en ik hoorde ze mompelen; ‘die noemt zich teamleider, alsof zij die nodig hebben!’ En daarmee was de sfeer gezet. Ik vermoedde dat zij hiermee wilde aangeven dat zij goed voorbereid waren. Het werd dan ook een schaakavond met enkele bijzondere schaakpartijen.
Op het eerste bord koos Sebastiaan, die al van het begin van het seizoen een uitstekende vorm etaleert, met zwart voor de Pirc-verdediging. Zijn stelling was goed en via een open f-lijn met daarop twee torens zetten hij zijn tegenstander onder druk. Hans Muller verdedigde op met zwart met een semi-Slavisch opening. Zelf speelde ik een opmerkelijk schaakpartij. Mijn tegenstander maakte een zenuwachtige indruk. Hoewel hij een bril droeg, rolde zijn ogen heen en weer in zijn oogkassen. Bij het begin van de partij stootte hij per ongeluk zijn koffie om over het schaakbord. Met enige vertraging kon de partij dan eindelijk beginnen.
Met wit spelend had ik mij voorgenomen om damegambiet te spelen. Dus opende ik met d2-d4. Maar mijn tegenstander reageerde met c7-c5. Dit betekende dat ik mijn voorbereiding wel kon vergeten en moest improviseren. Al na enkele zetten werd mij duidelijk dat mijn tegenstander als opening de Kwitnie Whakdoe - variant speelde. Waarop ik reageerde met de zeer bekende Rhommel What Ahn variant.
Toch stond ik al snel zo goed dat mijn tegenstander zo onder druk kwam te staan dat hij stukken omver gooide en zenuwachtig met zijn hoofd schudde. Plotseling vroeg hij op de 25e zet of hij nog een en passant zet mocht doen. Ik keek hem verbaasd aan. Ik antwoordde ontkennend, zonder na te denken of dit wel het goede antwoord was. Probeerde er ook nog een grapje bij te maken. Wanneer je aan de overkant komt met de pion krijg je ook geen dam! Hij keek mij aan maar zag er de grap niet van in. Twee zetten later gaf mijn tegenstander op. Op de 27e zet blunderde hij door zijn dame weg te geven.

Comments are closed.